woensdag 4 juli 2018

Lessons in Love and Violence - koningsdrama van George Benjamin en Martin Crimp

Eind juni, begin juli ging hij in Nederland in première, na eerder in het seizoen 2018 in London zijn wereldpremière te hebben beleefd: Lessons in Love and Violence. (Foto's: De Nationale Opera)



Lessons in Love and Violence van George Benjamin gaat over een koning, zijn vrouw Isabel, zijn legerleider Mortimer en zijn vriend, vertrouweling en geliefde Gaveston. Deze vier karakters geven de zoon en de dochter van de koning en Isabel hun lessen in liefde en geweld: dat gebeurt door de manier waarop ze met elkaar en met hun onderdanen omgaan. De koning staat onder grote invloed van zijn geliefde Gaveston. Koningin Isabel plot tegen de koning met de hulp van legerleider Mortimer. Isabel en Mortimer weten Gaveston te doden en de macht te grijpen. Ook de koning vindt zijn einde. De zoon van de koning volgt zijn vader op maar ontworstelt zich aan de invloed van zijn moeder: hij heeft zijn lessen geleerd.


George Benjamin is de componist van de opera’s Into the Little Hill en Written on Skin. Written on Skin is misschien wel de meest succesvolle opera van de laatste jaren. Hij ging over de hele wereld en kwam ook bij De Nationale Opera langs. Lessons in Love and Violence is de afsluiter van het seizoen van De Nationale Opera. Het werk beleefde eerder dit jaar zijn wereldpremière in de Royal Opera Covent Garden. Hoofdrollen worden gezongen door bariton Stéphane Degout, sopraan Barbara Hannigan en tenor Peter Hoare. Wij gaan u vanavond een opname laten horen van De Nationale Opera, in het kader van het Holland Festival. In de orkestbak zit het Radio Philharmonisch Orkest; met dit orkest nam componist George Benjamin zijn opera nog eens met minuscule precisie door. Zo dadelijk een interview met de componist.

Het libretto is van George Benjamins vaste medewerker Martin Crimp. Hij schreef een verhaal rond Edward de Tweede: die is de Koning, The King, uit de opera. Over Edward de Tweede schreef Christopher Marlowe in 1592 een koningsdrama dat zich concentreert op de verhouding tussen Edward en Piers Gaveston. Dit zou een homoseksuele verhouding geweest zijn, maar dat is eigenlijk niet eens zeker. Crimp volgt Marlowe echter niet in zijn tekstboek: hij creëert een eigen versie van de verhalen rond Edward de Tweede, die van onze tijd is. Dat Edward een homoseksuele relatie zou hebben, wordt dan ook niet geproblematiseerd. Wél dat hij überhaupt liefde voelt voor iemand die een grote invloed op de macht uitoefent.

Even nog iets over Edward de Tweede: hij leefde van 1284 tot 1327. Van 1307 tot aan zijn dood was hij koning van Engeland.  Hij trouwde in 1308 met Isabella van Frankrijk, de dochter van Philips de Vierde. Het huwelijk zou gesloten zijn om de spanningen tussen het Engelse en het Franse koningshuis op te heffen.

In 1300 was Piers Gaveston deel geworden van de hofhouding. Hij had een zeer hechte band met Edward: als gezworen broer, als vriend of als geliefde, dat weten we niet zeker. Het was de arrogantie van Gaveston als de favoriet van Edward die ervoor zorgde dat de adel rond de koning hem liet verbannen en dat de koning op zijn beurt weer belangrijke hervormingen liet intrekken. Gaveston werd geëxecuteerd en er volgden jaren van strijd, met onder andere en belangrijk verlies tegen de Schot Robert the Bruce.  Uiteindelijk leidden die toestanden tot jarenlange hongersnood.
Het verzet tegen Edward groeide: in 1325 werd Isabelle naar Frankrijk gestuurd om over een vredesverdrag te onderhandelen. Ze keerde zich tegen Edward en kwam niet meer terug. Ze sloot zich aan bij de verbannen Roger Mortimer. Ze viel met een leger Engeland binnen. Edward vluchtte naar Wales, werd gevangen genomen en afgezet. Hij stierf in 1327: waarschijnlijk vermoord door het nieuwe regime.

Martin Crimp maakte in zijn Lessons in Love and Violence een eigen versie van dit verhaal. Liefde wordt door ’s konings tegenstander Mortimer gezien als een vergif. Het geweld hangt als een dreiging over alles heen, hoewel we de moorden zelf – in de regie van Katie Mitchell in Londen en Amsterdam gedaan met pistolen – wel aangekondigd horen maar niet uitgevoerd zien.

Erica Jeal schrijft in Opera Magazine van juli over de muziek van George Benjamin: “Het orkest is groot, met twee harpen, celesta en cimbalom. Als George Benjamin voor de stemmen schrijft, gebruikt hij slechts een handjevol instrumenten in steeds veranderende lagen; het is alsof de klanken er altijd zijn, maar buiten ons hoorvermogen. In de korte maar stevige tussenspelen tussen de scenes daarentegen, wordt het orkest een groot, dreigend lichaam. […] Benjamin had als dirigent een complete beheersing….’
In een interview dat ik met hem hield op NPORadio4 vertelde George Benjamin dat de precisie en beheersing tot zijn vak behoort. Als componist kiest hij geen kant in zijn verhouding tot de personages - "Ik ben geen negentiende-eeuwse componist met een eenvoudige boodschap die voor iedereen in het publiek hetzelfde moet zijn." - maar dat hij in de loop van het verhaal zijn sympathie verliest voor Mortimer, die vanuit een goede gedachte begint te handelen, maar die fascistische trekjes krijgt in de loop van het verhaal.
Lang deed George Benjamin over het slot, waarin de zoon van de King, na diens tegenstander Mortimer te hebben uitgeschakeld, zijn moeder Isabel buiten spel zet. Aanvankelijk vond Benjamin de woorden van deze zoon hardvochtig en hij wachtte tot op het laatst om ze op muziek te zetten. Hij werd echter geraakt door de tekst van Isabel, die vertelt dat ze nog denkt aan haar echtgenoot en dat ze zich haar onschuld nog kan herinneren. De zoon antwoordt dan dat niemand onschuldig is geweest. Daar vond Benjamin de sleutel tot het componeren van het slot.
Er zijn extremen in de zang - er zit een hoge f in de partij van de zangeres, die in de premièrereeks door sopraan Jennifer France werd gezongen, terwijl Isabel (de rol van Barbara Hannigan) een hoge des moet zingen. Deze extremen blijven echter extremen omdat Benjamin ze spaarzaam toepast: hij ziet geen heil in een opera waarin zijn zangers niet verstaanbaar zijn of niet goed kunnen zingen omdat het onmogelijk wordt de partij te intoneren of omdat ze niet tegen het orkest op kunnen. Het 'monster' in het ruim bezette orkest wordt dan ook alleen losgelaten tijdens de tussenspelen.
Opvallend is de percussiegroep, versterkt met onder meer een cimbalom en slagwerk uit Afrika, Perzië en het Verre Oosten.





In de opera wordt de liefde tussen de Koning – hij wordt niet bij naam genoemd – en Gaveston verbonden met de ondergang van de Koning door de invloed van Mortimer en Isabel, de echtgenote van de Koning. In de laatste scenes zien we ook nog het uit de weg ruimen van Mortimer en het afzetten van Isabel door de zoon van de koning, die zijn lessen over liefde en geweld heeft geleerd.

De opera werd in Londen en Amsterdam geregisseerd door Katie Mitchell. De rolbezetting in Amsterdam was als volgt:

Muzikale leiding                          George Benjamin
Orkest                                          Radio Filharmonisch Orkest
King                                              Stéphane Degout
Isabel                                            Barbara Hannigan
Gaveston/Stranger                       Gyula Orendt
Mortimer                                      Peter Hoare
Boy/Young King                          Samuel Boden
Witness 1/ Singer 1/ Woman 1   Jennifer France
Witness 2/ Singer 2/ Woman 2   Krisztina Szabó
Witness 3 / Madman                    Andri Björn Róbertsson
Girl                                               Ocean Barrington-Cook

Deel 1


Scene 1.
Mortimer is tegen de liefde. Hij heeft felle kritiek op de obsessie van de Koning voor zijn geliefde Gaveston: in een tijd waarin het volk lijdt onder oorlog en grote sterfteaantallen is er geen ruimte voor liefde. De Koning ontneemt Mortimer zijn ring en daarmee zijn rijkdommen en landgoederen.
Scene 2
Mortimer komt nog eens terug, met in zijn kielzog representanten van het volk. Hij laat aan Isabel zien hoe de Koning zijn plicht verzaakt en het volk laat creperen. Isabel leest het volk de les: een van haar parels, waarmee een lid van het volk een huis zou kunnen kopen en zou kunnen eten, laat ze smelten in azijn. Toch stemt ze toe om Mortimers campagne tegen Gaveston te steunen.
Scene 3

Isabel laat een cantate opvoeren: die van David en Saul. Ze wil naast Gaveston gaan zitten, omdat ze zich dan nader voelt zijn tot haar man. Tijdens die uitvoering wordt Gaveston gearresteerd.
Scene 4
Als hij hoort dat Gaveston dood is, distantieert de Koning zich van Isabel. Hij verstoot haar.

DEEL 2

Scene 1
Isabel woont nu samen met Mortimer. De zoon van de Koning wordt geïnstrueerd hoe hij zijn koningschap vorm moet geven. Mortimer confronteert hem met een krankzinnige, die beweert dat hij de ware koning is omdat zijn kat dat zegt. De zoon van de Koning wil begrip tonen, maar Mortimer zegt hem dat hij dat niet moet doen: hij is zelf immer de ware Koning.
Scene 2
De Koning is in de gevangenis. Mortimer probeert hem ertoe over te halen om af te treden. Een vreemdeling, de dood, in de gedaante van Gaveston, komt de Koning halen.
Scene 3
De zoon van de Koning heeft de troon bestegen. Hij distantieert zich van zijn moeder. Tijdens, alweer, een voorstelling laat de zoon van de Koning zien dat hij zijn les heeft geleerd: Mortimer wordt gearresteerd om gedood te worden. De voorstelling begint…


donderdag 21 juni 2018

De favoriete opera van Eline Vere keert terug...

Dit bericht vinden we in de 's Gravenhaagsche Gids van 31 maart en 4 april 1883:
'Het bestuur heeft de eer het publiek te laten weten dat, gezien de onmogelijkheid om dit stuk elders te spelen dan in het Koninlijk Theater in Den Haag en om te beantwoorden aan de talrijke verzoeken uit de steden Rotterdam, Schiedam en Delft,
zij besloten heeft een speciale trein heen en weer en gratis te laten rijden voor deze voorstelling.'
Het gaat bij ‘deze voorstelling’ in 1883 in Den Haag, waarvoor extra treinen moeten worden ingezet, om een opera die zo goed als vergeten raakte in de twintigste eeuw: Le tribut de Zamora op tekst van Alphonse d’Ennery en Jules Brésil en muziek van Charles GounodHet is het verhaal van het Spaanse meisje Xaïma, dat gaat trouwen met Manoël maar dat begeerd wordt door de Moorse bezetter Ben-Saïd. Een vage herinnering in muziek, ontrukt aan zijn context, werd geleverd door Dame Joan Sutherland op haar album met Franse aria's uit de romantiek:
 

Een speciale gratis trein voor Gounods Le tribut de Zamora in 1883 en een minutenlange ovatie op zaterdag 28 january 2018 in München, alleen al voor het duet tussen moeder Hermosa en dochter Xaïma, gezongen door Jennifer Holloway en Judith van Wanroij. Daar vond een concertante uitvoering plaats met het Beiers Radiokoor en het Radio-orkest van München. Dirigent Hervé Niquet zei in een interview dat het publiek nieuwsgierig is naar bijzondere werken, maar dat die dan wel geprogrammeerd moeten worden. Dat gebeurde dus in München. Tassis Christoyannis, Edgaras Montvidas en Boris Pinkhasovich zongen de belangrijkste mannenrollen. 2018 is het jaar van Gounod: 200 jaar geleden werd hij geboren. In dat kader werd Le tribut de Zamora weer in uitvoering genomen door de organisatie Palazzetto Bru Zane die al veel Frans werk en vooral Franse opera aan de vergetelheid ontrukte de laatste jaren. De uitvoering gaat op cd verschijnen in de opmerkelijke serie van Franse opera's van Palazetto BruZane. 
Le Tribut de Zamora is natuurlijk niet totaal vergeten. Fans van de Nederlandse auteur Louis Couperus kennen de naam van de opera uit de roman Eline Vere. Eline maakt uitvoeringen van de opera mee in Den Haag, een jaar of twee jaar na de première van de opera in 1881, want Le tribut de Zamora ging zowel in seizoen 1882-1883 als in seizoen 1883-84. Eline ziet eerst de derde en de vierde akte (de familie bezoekt niet de hele opera) en wordt meteen verliefd op de figuur van Ben-Saïd, de man die achter Xaïma aanzit. En daarmee ook op de zanger van die rol, die in de roman Théo Fabrice genoemd wordt.

‘In de vierde acte, in de door maanlicht beschenen tuinen van Ben-Saïd, hoorde Eline vol belangstelling naar Manoëls cavatine, zijn duet met Xaïma en hun beider trio met Hermosa, maar haar aandacht steeg, toen de Moorse vorst in de poort van zijn paleis verscheen, de krijgslieden beval Manoël weg te voeren, en Xaïma, na zijn tevergeefs smekende klacht, in plotseling woedende hartstocht voortsleepte... Het einde der opera: Ben-Saïd vermoord door de moeder, die haar dochter redden wil, greep haar meer aan, dan zij zou hebben willen bekennen.’

In het rijtuig op de terugweg laat een van de andere bezoekers weten dat ze de opera toch niet zo mooi vindt als Roméo et Juliette  of Faust, tegenwoordig de meest bekende werken van Gounod. Maar in stilte is Eline Vere het daarmee geheel oneens. En geef haar eens ongelijk. Hervé Niquet zei afgelopen zondag in een interview voor de Duitse radio dat hij de opera veel spannender vindt dan bijvoorbeeld Faust. En dan was er die speciale gratis trein die werd ingezet in 1883, omdat andere mensen uit Zuid- Holland de opera ook wilden zien.


Voorheen werd Le tribut de Zamora wel omschreven als een oefening in spagnuolismo, Spaans getinte muziek, of ‘te zeer herinnerend aan [Gounod’s] vroege werk’. Dat vroege werk is overigens ook zo slecht nog niet. In 1839, zo’n veertig jaar voor Le Tribut de Zamora schreef Charles Gounod al een cantate voor de fel begeerde Prix de Rome, de prijs om in Rome te studeren en te componeren, waarin het gaat om de soort driehoeksverhouding die in Le Tribut de Zamora zo’n belangrijke rol speelt. Die cantate, Fernand, gaat over de Spanjaard Fernand, die verliefde is op moslima Zelmire. Zij is echter helemaal verliefd op Alamir. Fernand betrapt het tweetal, maar laat het ontsnappen en maakt een einde aan zijn leven, omdat hij beseft welke straf hem zal wachten door het laten ontsnappen van de vijand. Enigszins dezelfde situatie en locatie die we aan het einde van Le Tribut de Zamora meemaken, maar dan met de religies omgewisseld. Deze cantate verscheen al op cd in de serie van Palazetto BruZane, met  Nicolas Courjal als Fernand, tenor Ya Shao als Alamir en als zijn geliefde Zelmire één sopraan Judith van Wanroij. Hervé Niquet dirigeert het Philharmonisch Orkest van Brussel.

Le Tribut de Zamora uit 1881 is het verhaal over een jonge Spaanse wier bruiloft met een jonge Spanjaard verhinderd wordt door de liefde van een gezant van de Moorse bezetter. Het meisje, dat wees denkt te zijn, vindt en passant ook nog eens haar moeder terug, die ze verloren was in de slag om Zamora. Sedert die slag moet de koning van Spanje jaarlijks een eerbetoon leveren van 100 jonkvrouwen.

Het libretto van Adolph d’Ennery was aanvankelijk aangeboden aan Giuseppe Verdi. De opera van Gounod werd een groot succes op 1 april 1881 in het Palais Garnier.
In 1882 was de opera te horen in Antwerpen, vier jaar later in Genève en daarna nog in Turijn, Wenen, Hamburg en Praag.
Er volgt een Haagse première - door het Théâtre Français de la Haye - op 10 maart 1883. Er werd flink uitgepakt, met tijdens het 'Choeur dansé' in het tweede bedrijf 300 figuranten en 15 paarden - het toneel van de Koninklijke Schouwburg was overigens niet erg groot - en met in het 'Grand Ballet' in het derde bedrijf een groep van 56 danseres, 'spécialement engagé pour la pièce'. Nieuwe decors voor Den Haag van de heer Plaat: 140 kostuums (ook nieuw voor dit werk - geen 'gerecyclede kostuums) waren geïmporteerd uit Parijs. De overige kostuums voor de figuranten zullen wel bijeengeschraapt zijn.

In 1883-1885 vonden totaal 28 voorstellingen plaats. In 1895 volgde een reprise met 6 voorstellingen, waarschijnlijk iets bescheidener van opzet.

Datzelfde grote succes was er tijdens de concertante uitvoering in München. De opera is dan ook echt sterk, met een aantal zeer aangrijpende momenten waarin hoofdrolspelers Jennifer Holloway, Judith van Wanroij, Edgaras Montvidas en Tassis Christoyannis konden schitteren: de waanzinnige moeder, de belaagde dochter, de in het nauw gebrachte verloofde en vooral ook de verliefde schurk worden muzikaal prachtig neergezet. Vooral Ben-Saïd, in feite de slechterik onder de vier hoofdrolspelers, krijgt zulke mooie aria’s en andere momenten dat het volstrekt begrijpelijk is dat Eline Vere juist aan hem haar hart verliest in de roman van Couperus.

De titel verwijst naar de plek waar de moederfiguur vandaan komt: het eerbetoon van Zamora is het offer van 100 maagden dat de tiende-eeuwse Spanjaarden jaarlijks aan de Moorse bezetter moeten leveren.

Eerste akte
Spanje in de negentiende eeuw, ten tijde van de Moorse bezetting. Een groot plein in Oviedo. Op de achtergrond zien we het Spaanse koninklijke paleis.
De bewoners van Oviedo versieren het huis van het weesmeisje Xaïma voor haar bruiloftsdag met bloemen. Aan haar verloofde, de jonge Spaanse soldaat Manoël, wordt gevraagd om zijn bruid te wekken met een lied en met veel overgave bezingt Manoël vervolgens de onschuld van Xaïma. Die neemt vol vreugde de bloemen aan die haar worden aangeboden.
Dan klinken er fanfares. Xaïma trekt zich terug in het huis. Arabische ruites en hun gevolg marcheren Oviedo in. Iedereen vreest Ben-Saïd, die als gezand van de Kalief van Cordoba de bevolking onderdrukt. Sinds de Moren de Spanjaarden bij de slag om Zamora overwonnen, eisen ze elk jaar een offer van honderd maagden. Oviedo werd tot dusver als koninklijke woonplaats ontzien.
Xaïma verschijnt in haar bruidsjurk. Ze treurt om de afloop van de slag om Zamora want daar verloor ze ooit haar hele familie. Ben-Saïd is onder de indruk van Xaïma’s temperament en schoonheid: aan zijn zijde zou haar een koninklijke behandeling wachten.  Manoël stelt zich voor: hij is de bruidegom van Xaïma. Daarop besluit Ben-Saïd om de bruiloft te verijdelen. Hij gaat het paleis in.
Xaïma verzekert Manoël ervan dat geen enkele rijkdom in de hele wereld haar van hem zou kunnen doen scheiden. Het paar droomt van een gezamenlijk leven.
Het volk komt samen om de bruiloft te vieren. De koning verschijnt en er wordt verkondigd dat Oviedo een aandeel zal leveren in het eerbetoon aan de Moorse bezetter: er zullen twintig jonge vrouwen worden uitgeleverd. Het rebellerende volk wordt door Ben-Saïd het zwijgen opgelegd. Manoël wil een opstand, maar de koning vraagt zijn onderdanen om dit ene offer te bieden opdat verder bloedvergieten vermeden zal worden. De alcade stelt vast wie de twintig jonge vrouwen zijn: ook op Xaïma en haar vriendin Iglésia valt het lot. Xaïma en Manoël wanhopen. Hij vervloekt Ben-Saïd, die Xaïma meeneemt. Het Spaanse volk belooft Manoël hulp te bieden. Men zingt gezamenlijk de vaderlandse hymne.



Tweede akte
Aan de oever van de Guadalquivir bij Cordoba, een bazaar.
Het Moorse volk prijst de dag waarop de overwinning bij Zamora behaald werd. Een Moorse soldaat vraagt Hadjar, de legeraanvoerder en broer van Ben-Saïd, om een lied te zingen: het wordt een loflied op de Arabische krijgers en de demonen van de veldslag en de liefde.
Een waanzinnige vrouw genaamd Hermosa vraagt de Moren om te stoppen met zingen. De soldaten bespotten haar, maar Hadjar beschermt haar: ze is een waanzinnige en die moeten volgens de Koran vereerd worden, omdat de krankzinnigen immers wijs zijn. Bovendien is ze deel van de buit uit de veldslag rond  Zamora en daarom bezit van Ben-Saïd.
Hermosa wordt bevangen door een visioen en ziet zich in haar waan met haar kinderen verenigd in de hemel.
Trompetten kondigen de aankomst van de honderd Spaanse jonge vrouwen aan. Een triomfmars weerklinkt. Manoël heeft zich verkleed als Berber tussen het volk gemengd, maar wordt er door Hadjar uitgepikt: hij herkent in hem de Spaanse held die hem ooit op het slagveld het leven gered heeft. Uit dankbaarheid wil Hadjar nu helpen om Xaïma te bevrijden en geeft Manoël geld waarmee hij Xaïma bij de verkoop van de jonge vrouwen kan terugkrijgen. De soldaten bekijken de vrouwen. Hermosa ziet Xaïma: ze dreigt dat ze haar wil kopen en wenst haar vol wraakgevoelens hetzelfde verschrikkelijke lot dat haarzelf is overkomen. Toch lijkt de ontmoeting haar tegelijkertijd diep te ontroeren.
De verkoop van de vrouwen begint: Manoël lijkt het hoogste bod op Xaïma uit te kunnen brengen. Daar is echter Ben-Saïd: hij herkent Manoël en zet 10.000 gouden dinars in. Over dat bedrag komt Manoël niet heen: hij verkeert in diepe wanhoop.


Derde bedrijf
Het paleis van Ben-Saïd
De vrouwen in het harem van Ben-Saïd ontvangen hun meester. Ben-Saïd verschijnt samen met Xaïma en wil te harer ere een feest geven. De haremvrouwen dansen voor Xaïma en een jonge slaaf zingt een barcarole. Ben-Saïd bekent Xaïma zijn liefde maar dreigt ook dat hij verwacht dat ze die beantwoordt. Hadjar stelt Manoël voor als de redder van zijn leven. Ben-Saïd stuurt Xaïma weg, wil Manoël zijn dankbaarheid bewijzen en biedt hem geld. Als Manoël Xaïma terugeist, ontstaat een conflict. Manoël wil een duel, maar Ben-Saïd slaat hem tijdens een gevecht het zwaard uit de hand en wil hem doden. Op dit moment komt Xaïma weer terug en dreigt met zelfmoord als Manoël gedood wordt. Manoël ontvangt Ben-Saïds genade maar wil eigenlijk liever sterven.
Nu moet Xaïma zich voegen naar de wensen van Ben-Saïd, maar ze besluit zich van het leven te benemen. Dan ontmoet ze andermaal Hermosa, de waanzinnige vrouw. Als die hoort dat Xaïma ook uit Zamora afkomstig is, wil ze met haar vluchten. Hermosa krijgt opnieuw een visioen: ditmaal over de dag waarop haar echtgenoot door Arabische strijders vermoord werd. Xaïma herinnert zich die gebeurtenis echter net zo en herkent in het slachtoffer haar vader en in Hermosa haar moeder. Hermosa komt door de ontmoeting weer bij zinnen. De twee vrouwen danken God voor hun hereniging.


Vierde bedrijf
Een tuin in het paleis van Ben-Saïd
Manoël is terug het paleis in geslopen en wil zich in de tuin met een dolk doorsteken. Xaïma verschijnt: het koppel besluit zich samen met de dolk van het leven te beroven. Dat gaat niet door, want Hermosa snelt toe, ontneemt Manoël de dolk en laat weten dat ze er niet mee kan leven dat haar dochter dood wil. Ze belooft dat ze het paar bij een vlucht zal helpen.
Ben-Saïd ziet hoe Manoël en Hermosa weglopen, maar doet niets, omdat hij Xaïma echt voor zich wil winnen. Zij wijst hem echter wederom af. Dan dwingt hij haar in woede om mee het paleis in te gaan. Hermosa houdt Ben-Saïd op de trappen van het paleis tegen. Terwijl Xaïma het paleis in vlucht, verzoekt Hermosa Ben-Saïd om haar en haar dochter vrij te laten. Ben-Saïd merkt dat Hermosa niet langer waanzinnig is en wil haar verstoten. Hermosa trekt dan Manoëls dolk en steekt Ben-Saïd neer. Hadjar, die dat gezien heeft, wil hulp gaan halen, maar Ben-Saïd weigert die, bekent nog eenmaal zijn liefde voor Xaïma en sterft. Hadjar wil Hermosa niet bestraffen, omdat hij meent dat ze uit waanzin heeft gehandeld en de waanzinnigen moeten als wijzen vereerd worden, zegt de Koran. Hij laat Xaïma, Hermosa en Manoël vrij om het paleis te verlaten. Het drietal gaat de vrijheid tegemoet.





Eline Vere is aan het einde van de roman van Couperus alleen in een hotelkamer, als zij de partituur van Le tribut de Zamora weer oppakt om er uit te zingen:


Intussen nam zij werktuigelijk de partituur weder op, en verbeeldde zij zich, dat zij Xaïma was. Zij stond hoog opgericht als een vorstin en wees op een gedroomde afgrond aan heur voeten. Terwijl zij meende, dat Ben-Saïd antwoordde, bleef zij een poze aldus onbeweeglijk, daarna hervatte zij haar rol en neuriede zij voort. Maar het kriebelde haar in de keel [...].

Nog waarschijnlijk dit jaar zal het mogelijk zijn de hele opera op cd te beluisteren.